Vertaling van vastmaken
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
bepalen, bevestigen, fixeren, tuigeren, vastmaken, vaststellen {ww.}
fissare
ik zal vastmaken
jij zult vastmaken
hij/zij/het zal vastmaken
io fisserò
tu fisserai
lui/lei/Lei fisserà
» meer vervoegingen van fissare
aansluiten, binden, vastbinden, vastmaken, verbinden {ww.}
legare
ik zal vastmaken
jij zult vastmaken
hij/zij/het zal vastmaken
io legherò
tu legherai
lui/lei/Lei legherà
» meer vervoegingen van legare