Vertaling van vaststellen

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
bepalen, bevestigen, fixeren, tuigeren, vastmaken, vaststellen {ww.}
fissare

ik zal vaststellen
jij zult vaststellen
hij/zij/het zal vaststellen

io fisserò
tu fisserai
lui/lei/Lei fisserà
» meer vervoegingen van fissare

bevinden, constateren, vaststellen {ww.}
constatare

ik zal vaststellen
jij zult vaststellen
hij/zij/het zal vaststellen

io constaterò
tu constaterai
lui/lei/Lei constaterà
» meer vervoegingen van constatare



Gerelateerd aan vaststellen

bepalen - bevestigen - fixeren - tuigeren - vastmaken - bevinden - constateren