Vertaling van vatten
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
aanvatten, nemen, oprapen, pakken, vatten {ww.}
prendere
acchiappare
acchiappare
wij vatten
jullie vatten
zij vatten
noi prendiamo
voi/Voi prendete
loro/Loro prendono
» meer vervoegingen van prendere
Je moet de koe bij de horens vatten!
Devi prendere il toro per le corna!
Zal ik de bus nemen?
Dovrei prendere l'autobus?
begrijpen, beseffen, bevatten, snappen, vatten, verstaan {ww.}
capire
comprendere
comprendere
wij vatten
jullie vatten
zij vatten
noi capiamo
voi/Voi capite
loro/Loro capiscono
» meer vervoegingen van capire
Niemand kan het verstaan.
Nessuno lo può capire.
Het was onmogelijk zijn vragen te begrijpen.
Era impossibile capire le sue domande.
beetkrijgen, beetnemen, pakken, vangen, vastpakken, vatten {ww.}
prendere
wij vatten
jullie vatten
zij vatten
noi prendiamo
voi/Voi prendete
loro/Loro prendono
» meer vervoegingen van prendere