Vertaling van voer

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
voeding [v], kost, voeder, voedingsmiddel, voedsel, voer {zn.}
cibo
alimento
Je zal binnenkort gewend zijn aan Japans voedsel.
Si abituerà presto al cibo giapponese.
gaan, karren, rijden, varen {ww.}
camminare

ik voer
jij voer
hij/zij/het voer

io camminavo
tu camminavi
lui/lei/Lei camminava
» meer vervoegingen van camminare

overbrengen, transporteren, voeren, vervoeren {ww.}
trasportare

ik voer

io trasporto
» meer vervoegingen van trasportare

brengen, dragen, voeren, voorhebben {ww.}
portare

ik voer

io porto
» meer vervoegingen van portare

Ik moet vandaag de kat naar de dierenarts brengen.
Devo portare il gatto dal veterinario oggi.
Ik kan deze koffer niet zelf dragen.
Non riesco a portare questa valigia da sola.