Vertaling van waggelen
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
waggelen, wankelen, wiebelen, zwichten {ww.}
titubare
esitare
esitare
wij waggelen
jullie waggelen
zij waggelen
noi titubiamo
voi/Voi titubate
loro/Loro titubano
» meer vervoegingen van titubare
strompelen, waggelen, wankelen {ww.}
vacillare
incespicare
inciampare
barcollare
incespicare
inciampare
barcollare
wij waggelen
jullie waggelen
zij waggelen
noi vacilliamo
voi/Voi vacillate
loro/Loro vacillano
» meer vervoegingen van vacillare