Vertaling van warm
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
warm {bn.}
caldo
hartelijk, cordiaal, ruimhartig, warmhartig, warm, gul, aardig, lief, voorkomend, vriendelijk {bn.}
amichevole
benevole
carino
cortese
gradevole
grazioso
benevole
carino
cortese
gradevole
grazioso
teder, teer, warm, lief {bn.}
affettuoso
amoroso
dolce
tenero
amoroso
dolce
tenero
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
De kamer was warm.
La stanza era calda.
Het was warm gisternacht.
Faceva caldo la scorsa notte.
Het is erg warm vandaag.
C'è molto caldo oggi.
Het is te warm voor mij.
Fa troppo caldo per me.
Het is warm genoeg om te zwemmen.
Fa abbastanza caldo per nuotare.
Het is vandaag erg warm, toch?
Fa molto caldo oggi, vero?
Het is te warm om te werken.
C'è troppo caldo per lavorare.
Mijn hand is in warm water.
La mia mano è nell'acqua calda.
Het water is warm genoeg om erin te zwemmen.
L'acqua è calda abbastanza per una nuotata.
Het is hier erg warm in de zomer.
Fa davvero caldo qui d'estate.
Het is heet / Het is warm
Fa caldo