Vertaling van wateren
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
bevloeien, gieten, begieten, sproeien, besproeien, wateren, water geven {ww.}
bagnare
innaffiare
annaffiare
innaffiare
annaffiare
wij wateren
jullie wateren
zij wateren
noi bagnamo
voi/Voi bagnate
loro/Loro bagnano
» meer vervoegingen van bagnare
water (mv. wateren) {zn.}
acqua
Er komt geen water uit de douche.
Non esce acqua dalla doccia.
IJs wordt water wanneer het smelt.
Quando il ghiaccio si scioglie, diventa acqua.