Vertaling van werk

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
werk [o], werkstuk {zn.}
lavoro
opera
Ik werk hier.
Lavoro qui.
Ik werk voor jullie.
Lavoro per Lei.
boekwerk [o], geschrift, opus, pennevrucht, werk [o], kunstwerk {zn.}
opera
arbeid [m], emplooi [o], werk [o], karwei {zn.}
lavoro
Ik werk in Milaan.
Lavoro a Milano.
Ik werk in een ziekenhuis.
Lavoro in un ospedale.
arbeiden, werken {ww.}
lavorare

ik werk

io lavoro
» meer vervoegingen van lavorare

Hij heeft het niet nodig te werken.
Lui non deve lavorare.
Het is te warm om te werken.
C'è troppo caldo per lavorare.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Ik werk voor jullie.

Lavoro per Lei.

Ik werk in Milaan.

Lavoro a Milano.

Ik werk hier.

Lavoro qui.

Ik werk niet op zondag.

Non lavoro di domenica.

Momenteel werk ik in Tokio.

Io sto lavorando a Tokyo adesso.

Ik werk in een ziekenhuis.

Lavoro in un ospedale.

Ik werk bij een bank.

Lavoro in una banca.

Ik moet morgen een hoop werk doen.

Ho un sacco di lavoro da fare domani.

Jullie hebben allemaal goed werk verricht.

Tutti voi avete fatto un buon lavoro.

Ik ga iedere dag naar het werk.

Vado al lavoro ogni giorno.

Ik ben tevreden met mijn werk.

Sono soddisfatto del mio lavoro.

Tom wilde hun vuile werk niet doen.

Tom non voleva fare il loro sporco lavoro.

Morgen moet het werk af zijn.

Il lavoro deve essere finito per domani.

Mijn vader gaat met de fiets naar zijn werk.

Mio padre va a lavorare in bici.

Mijn vader gaat niet altijd lopend naar het werk.

Mio padre non va sempre a piedi a lavorare.


Gerelateerd aan werk

werkstuk - boekwerk - geschrift - opus - pennevrucht - kunstwerk - arbeid - emplooi - karwei - arbeiden - werken