Vertaling van wijk
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
buurt , wijk, stadswijk {zn.}
distretto
circondario
circondario
gracht, kanaal , vaart, wijk {zn.}
canale
aflaten, ophouden, stoppen, uitscheiden, wijken {ww.}
cessare
ik wijk
io cesso
» meer vervoegingen van cessare
toegeven, afstaan, wijken {ww.}
cedere
ik wijk
io cedo
» meer vervoegingen van cedere