Vertaling van zich haasten
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
haast maken, zich haasten {ww.}
affrettarsi
haast hebben, jachten, jagen, zich haasten, zich voorthaasten {ww.}
affrettarsi
haast maken, spoed maken, voortmaken, zich haasten, zich spoeden {ww.}
affrettarsi
haast maken, zich haasten {ww.}
affrettarsi