Vertaling van zij

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
ze, zij {pers. vnw.}
essi
loro
esse
flank [v], zij [v], kant [m], zijde [v], zijkant {zn.}
lato
fianco
Ik sta aan jouw kant.
Sono al vostro fianco.
Tatoeba: Kom bij de duistere kant. Wij hebben chocoladekoekjes.
Tatoeba: si unisca al lato oscuro. Abbiamo i biscotti al cioccolato.
ze, zij {pers. vnw.}
lei
ella


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Zij rent.

Corre.

Zij heeft veel geld.

Lei ha molti soldi.

Zij zijn onafscheidelijk.

Loro sono inseparabili.

Vrede zij met u!

Che la pace sia con voi!

Zij heeft weinig vrienden.

Non ha molti amici.

Zij is acht.

Lei ha otto anni.

Zij is een beginneling.

Lei è una principiante.

Zij heeft drie broers.

Ha tre fratelli.

Zij heeft droog haar.

Lei ha i capelli secchi.

"Speelt zij tennis?" "Ja."

"Lei gioca a tennis?" "Sì."

Zij rookt niet.

Lei non fuma.

Zij rookt veel.

Lei fuma moltissimo.

Zij is zeer mooi.

Lei è molto bella.

Zij eten een boterham.

Loro mangiano un tramezzino.

Zij plukte bloemen.

Raccolse fiori.


Gerelateerd aan zij

ze - flank - kant - zijde - zijkant