Vertaling van zuiver
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
duidelijk, helder, klaar, uitgesproken, zuiver {bn.}
distinto
correct, goed, juist, zuiver {bn.}
corretto
helder, louter, schoon, proper, puur, rein, zindelijk, zuiver {bn.}
puro
louteren, reinigen, schoonmaken, vegen, zuiveren {ww.}
pulire
ik zuiver
io pulisco
» meer vervoegingen van pulire