Vertaling van afhalen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
afhalen {ww.}
afhalen {ww.}

ik zal afhalen
jij zult afhalen
hij/zij/het zal afhalen

ik zal afhalen
jij zult afhalen
hij/zij/het zal afhalen
» meer vervoegingen van afhalen

wegnemen, rissen, ritsen, afhalen {ww.}
wegnemen
rissen
ritsen
afhalen {ww.}

ik zal afhalen
jij zult afhalen
hij/zij/het zal afhalen

ik zal wegnemen
jij zult wegnemen
hij/zij/het zal wegnemen
» meer vervoegingen van wegnemen

meenemen, vergaderen, meebrengen, medebrengen, medenemen, afhalen {ww.}
meenemen
vergaderen
meebrengen
medebrengen
medenemen
afhalen {ww.}

ik zal afhalen
jij zult afhalen
hij/zij/het zal afhalen

ik zal meenemen
jij zult meenemen
hij/zij/het zal meenemen
» meer vervoegingen van meenemen

Wat moet ik meenemen?
Wat moet ik meenemen?
Uw eigen bestek meenemen graag.
Uw eigen bestek meenemen graag.
afhalen, omlaaghalen, neerhalen {ww.}
afhalen
omlaaghalen
neerhalen {ww.}

ik zal afhalen
jij zult afhalen
hij/zij/het zal afhalen

ik zal afhalen
jij zult afhalen
hij/zij/het zal afhalen
» meer vervoegingen van afhalen

afhalen, stropen {ww.}
afhalen
stropen {ww.}

ik zal afhalen
jij zult afhalen
hij/zij/het zal afhalen

ik zal afhalen
jij zult afhalen
hij/zij/het zal afhalen
» meer vervoegingen van afhalen

ophalen, komen halen, afhalen {ww.}
ophalen
komen halen
afhalen {ww.}

ik zal afhalen
jij zult afhalen
hij/zij/het zal afhalen

ik zal ophalen
jij zult ophalen
hij/zij/het zal ophalen
» meer vervoegingen van ophalen

afhalen {ww.}
afhalen {ww.}

ik zal afhalen
jij zult afhalen
hij/zij/het zal afhalen

ik zal afhalen
jij zult afhalen
hij/zij/het zal afhalen
» meer vervoegingen van afhalen

halen, oppikken, ophalen, afhalen {ww.}
halen
oppikken
ophalen
afhalen {ww.}

ik zal afhalen
jij zult afhalen
hij/zij/het zal afhalen

ik zal halen
jij zult halen
hij/zij/het zal halen
» meer vervoegingen van halen

Ik zal hem om 5 uur oppikken.
Ik zal hem om 5 uur oppikken.
Ik zal mijn zus je laten oppikken aan het station.
Ik zal mijn zus je laten oppikken aan het station.