Vertaling van afzeiken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
spijkers op laag water zoeken, vitten, afzeiken {ww.}
spijkers op laag water zoeken
vitten
afzeiken {ww.}
veroordelen, neerhalen, kraken, afkammen, afzeiken, afgeven, afbreken, aantrappen, aanschoppen, afkraken {ww.}
veroordelen
neerhalen
kraken
afkammen
afzeiken
afgeven
afbreken
aantrappen
aanschoppen
afkraken {ww.}