Vertaling van beetnemen
beetpakken
beetnemen {ww.}
ik zal beetnemen
ik zou beetnemen
jij zult beetnemen
ik zal pakken
ik zou pakken
jij zult pakken
» meer vervoegingen van pakken
beduvelen
beetnemen
bedotten {ww.}
ik zal bedotten
ik zou bedotten
jij zult bedotten
ik zal beduvelen
ik zou beduvelen
jij zult beduvelen
» meer vervoegingen van beduvelen
verlakken
beetnemen {ww.}
ik zal beetnemen
ik zou beetnemen
jij zult beetnemen
ik zal smokkelen
ik zou smokkelen
jij zult smokkelen
» meer vervoegingen van smokkelen
foppen
inlappen
bedotten {ww.}
ik zal bedotten
jij zult bedotten
hij/zij/het zal bedotten
ik zal beetnemen
jij zult beetnemen
hij/zij/het zal beetnemen
» meer vervoegingen van beetnemen
vatten
pakken
vastpakken
beetnemen
beetkrijgen {ww.}
ik zal beetkrijgen
ik zou beetkrijgen
jij zult beetkrijgen
ik zal vangen
ik zou vangen
jij zult vangen
» meer vervoegingen van vangen