Vertaling van klokken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
klokken, kakelen {ww.}
klokken
kakelen {ww.}

ik kakel
jij kakelt
hij/zij/het kakelt

ik klok
jij klokt
hij/zij/het klokt
» meer vervoegingen van klokken

Voor wie luiden de klokken?
Voor wie luiden de klokken?
We repareren allerlei soorten klokken hier.
We repareren allerlei soorten klokken hier.
klokken {ww.}
klokken {ww.}

ik klok
jij klokt
hij/zij/het klokt

ik klok
jij klokt
hij/zij/het klokt
» meer vervoegingen van klokken

In mijn kamer zijn er geen klokken.
In mijn kamer zijn er geen klokken.
De klokken luidden, terwijl het paar de kerk verliet.
De klokken luidden, terwijl het paar de kerk verliet.
klokken {ww.}
klokken {ww.}

ik klok
jij klokt
hij/zij/het klokt

ik klok
jij klokt
hij/zij/het klokt
» meer vervoegingen van klokken

klokken {ww.}
klokken {ww.}

ik klok
jij klokt
hij/zij/het klokt

ik klok
jij klokt
hij/zij/het klokt
» meer vervoegingen van klokken

klokken {ww.}
klokken {ww.}

ik klok
jij klokt
hij/zij/het klokt

ik klok
jij klokt
hij/zij/het klokt
» meer vervoegingen van klokken

bel [v], klok (mv. klokken) [v] {zn.}
bel [v]
klok (mv. klokken) [v] {zn.}
klok (mv. klokken) [v] {zn.}
klok (mv. klokken) [v] {zn.}
klok (mv. klokken) [v], stolp {zn.}
klok (mv. klokken) [v]
stolp {zn.}
klok (mv. klokken), uurwerk {zn.}
klok (mv. klokken)
uurwerk {zn.}
klok [m] (de ~), klokje {zn.}
klok [m] (de ~)
klokje {zn.}
Deze klok is kapot.
Deze klok is kapot.
De klok loopt voor.
De klok loopt voor.
klok [m] (de ~) {zn.}
klok [m] (de ~) {zn.}
De klok loopt achter.
De klok loopt achter.
Deze klok doet het niet.
Deze klok doet het niet.
klok [m] (de ~) {zn.}
klok [m] (de ~) {zn.}
Hij eet de klok rond.
Hij eet de klok rond.
kloek [v] (de ~), broedhen, klok (mv. klokken), klokhen {zn.}
kloek [v] (de ~)
broedhen
klok (mv. klokken)
klokhen {zn.}
stolp [m] (de ~), klok (mv. klokken), stulp {zn.}
stolp [m] (de ~)
klok (mv. klokken)
stulp {zn.}


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Voor wie luiden de klokken?

Voor wie luiden de klokken?

We repareren allerlei soorten klokken hier.

We repareren allerlei soorten klokken hier.

In mijn kamer zijn er geen klokken.

In mijn kamer zijn er geen klokken.

De klokken luidden, terwijl het paar de kerk verliet.

De klokken luidden, terwijl het paar de kerk verliet.

Tijd heeft geen onderverdelingen om het verstrijken ervan aan te duiden, er is nooit een onweersbui of trompetgeschal om het begin van een nieuwe maand of een nieuw jaar aan te kondigen. Zelfs wanneer er een nieuwe eeuw aanbreekt, zijn alleen wij stervelingen het, die klokken luiden en pistolen afschieten.

Tijd heeft geen onderverdelingen om het verstrijken ervan aan te duiden, er is nooit een onweersbui of trompetgeschal om het begin van een nieuwe maand of een nieuw jaar aan te kondigen. Zelfs wanneer er een nieuwe eeuw aanbreekt, zijn alleen wij stervelingen het, die klokken luiden en pistolen afschieten.


Gerelateerd aan klokken

kakelen - bel - klok - stolp - uurwerk - klokje - kloek - broedhen - klokhen - stulpuitklinken - registreren - vastleggen - bel - meetinstrument - uurwerk - kip - kap - horlogerie