Vertaling van maag

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
maag [v] {zn.}
maag [v] {zn.}
Eten wordt verteerd in de maag.
Eten wordt verteerd in de maag.
Zijn ogen zijn groter dan zijn maag.
Zijn ogen zijn groter dan zijn maag.
buik [m] (de ~), maag, onderlichaam, onderbuik, abdomen [o], onderlijf [o], achterlijf [o], pens [m] (de ~), balg [m] (de ~), buikje {zn.}
buik [m] (de ~)
maag
onderlichaam
onderbuik
abdomen [o]
onderlijf [o]
achterlijf [o]
pens [m] (de ~)
balg [m] (de ~)
buikje {zn.}
Mijn buik doet pijn.
Mijn buik doet pijn.
Het volk had de buik vol van het geweld.
Het volk had de buik vol van het geweld.
maag [m] (de ~) {zn.}
maag [m] (de ~) {zn.}
verwant [m] (de ~), maag, naverwant, bloedverwant [m] (de ~), familielid [m] (het ~) {zn.}
verwant [m] (de ~)
maag
naverwant
bloedverwant [m] (de ~)
familielid [m] (het ~) {zn.}
Ze zijn aan elkaar verwant.
Ze zijn aan elkaar verwant.
Nederlands is nauw verwant aan Duits.
Nederlands is nauw verwant aan Duits.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Eten wordt verteerd in de maag.

Eten wordt verteerd in de maag.

Zijn ogen zijn groter dan zijn maag.

Zijn ogen zijn groter dan zijn maag.


Gerelateerd aan maag

buik - onderlichaam - onderbuik - abdomen - onderlijf - achterlijf - pens - balg - buikje - verwant - naverwant - bloedverwant - familieliddeel - orgaan - lid - onderbuik