Vertaling van meerdere

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
baas [m], meerdere, aanvoerder [m], superieur, chef [m] {zn.}
baas [m]
meerdere
aanvoerder [m]
superieur
chef [m] {zn.}
Waar is de baas?
Waar is de baas?
George is onze team aanvoerder.
George is onze team aanvoerder.
meerdere [m] (de ~) {zn.}
meerdere [m] (de ~) {zn.}
Deze elektriciteitscentrale voorziet op haar eentje meerdere steden van elektriciteit.
Deze elektriciteitscentrale voorziet op haar eentje meerdere steden van elektriciteit.
Ga opzij voor uw meerdere
Ga opzij voor uw meerdere
verschillende, diverse, ettelijke, meerdere, onderscheidene, verscheidene {bn.}
verschillende
diverse
ettelijke
meerdere
onderscheidene
verscheidene {bn.}


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Deze elektriciteitscentrale voorziet op haar eentje meerdere steden van elektriciteit.

Deze elektriciteitscentrale voorziet op haar eentje meerdere steden van elektriciteit.

Ga opzij voor uw meerdere

Ga opzij voor uw meerdere

Tot meerdere glorie van God

Tot meerdere glorie van God

Meerdere ogen zien meer dan slechts een

Meerdere ogen zien meer dan slechts een


Gerelateerd aan meerdere

baas - aanvoerder - superieur - chef - verschillende - diverse - ettelijke - onderscheidene - verscheidenepersoon