Vertaling van sponsor

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
sponsor, schutspatroon, beschermheilige [m], patroon, beschermheer [m] {zn.}
sponsor
schutspatroon
beschermheilige [m]
patroon
beschermheer [m] {zn.}
borg [m], sponsor, garant [m], borgsteller [m] {zn.}
borg [m]
sponsor
garant [m]
borgsteller [m] {zn.}
Ik moet de borg voor de aanvang van het contract betalen.
Ik moet de borg voor de aanvang van het contract betalen.
sponsor [m] (de ~) {zn.}
sponsor [m] (de ~) {zn.}
beschermen, sponsoren {ww.}
beschermen
sponsoren {ww.}

ik bescherm
jij beschermt
hij/zij/het beschermt

ik bescherm
jij beschermt
hij/zij/het beschermt
» meer vervoegingen van beschermen

Je moet je gezin beschermen.
Je moet je gezin beschermen.
Ik beloof dat ik je zal beschermen.
Ik beloof dat ik je zal beschermen.
waarborgen, garanderen, sponsoren, borg staan voor {ww.}
waarborgen
garanderen
sponsoren
borg staan voor {ww.}

ik garandeer
jij garandeert
hij/zij/het garandeert

ik waarborg
jij waarborgt
hij/zij/het waarborgt
» meer vervoegingen van waarborgen

sponsoren {ww.}
sponsoren {ww.}

ik sponsor
jij sponsort
hij/zij/het sponsort

ik sponsor
jij sponsort
hij/zij/het sponsort
» meer vervoegingen van sponsoren