Vertaling van stukje
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
stukje , homp, brok , eindje , bonk {zn.}
stukje
homp
brok
eindje
bonk {zn.}
homp
brok
eindje
bonk {zn.}
Breng mij een stukje papier a.u.b.
Breng mij een stukje papier a.u.b.
Mag ik u nog een stukje gebak aanbieden?
Mag ik u nog een stukje gebak aanbieden?
stukje, column {zn.}
stukje
column {zn.}
column {zn.}
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.
Hou een stukje gebak voor me apart, ik moet weg.
Hou een stukje gebak voor me apart, ik moet weg.
deel , stuk , stukje, hap , gedeelte , part {zn.}
deel
stuk
stukje
hap
gedeelte
part {zn.}
stuk
stukje
hap
gedeelte
part {zn.}
Ze nam een hap uit de appel.
Ze nam een hap uit de appel.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Breng mij een stukje papier a.u.b.
Breng mij een stukje papier a.u.b.
Mag ik u nog een stukje gebak aanbieden?
Mag ik u nog een stukje gebak aanbieden?
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.
Hou een stukje gebak voor me apart, ik moet weg.
Hou een stukje gebak voor me apart, ik moet weg.
"Ja," antwoordde Dima, terwijl hij een stukje halfopgegeten vis dat was blijven zitten op zijn rechtermouw wegveegde. "Ik wil graag dat daar kopen."
"Ja," antwoordde Dima, terwijl hij een stukje halfopgegeten vis dat was blijven zitten op zijn rechtermouw wegveegde. "Ik wil graag dat daar kopen."