Vertaling van toetje

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
nagerecht, toetje [o], dessert [o], toespijs {zn.}
nagerecht
toetje [o]
dessert [o]
toespijs {zn.}
Appels werden als nagerecht geserveerd.
Appels werden als nagerecht geserveerd.
Gewoonlijk neem ik dessert na het avondeten.
Gewoonlijk neem ik dessert na het avondeten.
nagerecht [o] (het ~), toetje [o] (het ~), dessert [o] (het ~), toemaatje [o] (het ~), toespijs [m] (de ~) {zn.}
nagerecht [o] (het ~)
toetje [o] (het ~)
dessert [o] (het ~)
toemaatje [o] (het ~)
toespijs [m] (de ~) {zn.}
Na het hoofdgerecht komt het nagerecht.
Na het hoofdgerecht komt het nagerecht.
Als je binnen drie minuten je bord niet leeg hebt, krijg je geen toetje.
Als je binnen drie minuten je bord niet leeg hebt, krijg je geen toetje.
gezicht [o] (het ~), postzegel, aangezicht [o] (het ~), toetje, smoel [m] (de ~), tronie [v] (de ~), toet [m] (de ~), snufferd, snoet, facie [m] (de/het ~), ponem [o] (het ~), porem [o] (het ~), gelaat [o] (het ~), fieselemie, fieselefacie, snuit [m] (de ~), smoelwerk [o] (het ~), bakkes [o] (het ~), aanschijn {zn.}
gezicht [o] (het ~)
postzegel
aangezicht [o] (het ~)
toetje
smoel [m] (de ~)
tronie [v] (de ~)
toet [m] (de ~)
snufferd
snoet
facie [m] (de/het ~)
ponem [o] (het ~)
porem [o] (het ~)
gelaat [o] (het ~)
fieselemie
fieselefacie
snuit [m] (de ~)
smoelwerk [o] (het ~)
bakkes [o] (het ~)
aanschijn {zn.}
Ik heb een postzegel nodig.
Ik heb een postzegel nodig.
Wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht.
Wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht.


Gerelateerd aan toetje

nagerecht - dessert - toespijs - toemaatje - gezicht - postzegel - aangezicht - smoel - tronie - toet - snufferd - snoet - facie - ponem - poremgerecht - lichaamsdeel - kin - wal - kaak - mond - neus - oog - voorhoofd - wang - wenkbrauw