Vertaling van uitgebreid

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
uitgebreid {bw.}
uitgebreid {bw.}
uitgebreid {bw.}
uitgebreid {bw.}
omvangrijk, uitgebreid, veelomvattend {bn.}
omvangrijk
uitgebreid
veelomvattend {bn.}
breedvoerig, groot, royaal, ruim, uitgebreid, uitgestrekt, wijd {bn.}
breedvoerig
groot
royaal
ruim
uitgebreid
uitgestrekt
wijd {bn.}
uitgebreid {bn.}
uitgebreid {bn.}
ophouden, uitstrekken, uitsteken, uitbreiden, strekken, rekken {ww.}
ophouden
uitstrekken
uitsteken
uitbreiden
strekken
rekken {ww.}

ik heb opgehouden
ik had opgehouden
ik zal opgehouden hebben

ik heb opgehouden
ik had opgehouden
ik zal opgehouden hebben
» meer vervoegingen van ophouden

Het regende zonder ophouden.
Het regende zonder ophouden.
Laat ons ophouden.
Laat ons ophouden.
uitbreiden {ww.}
uitbreiden {ww.}

ik heb uitgebreid
ik had uitgebreid
ik zal uitgebreid hebben

ik heb uitgebreid
ik had uitgebreid
ik zal uitgebreid hebben
» meer vervoegingen van uitbreiden

uitleggen, verruimen, verwijden, uitbreiden, oprekken {ww.}
uitleggen
verruimen
verwijden
uitbreiden
oprekken {ww.}

ik heb opgerekt
ik had opgerekt
ik zal opgerekt hebben

ik heb uitgelegd
ik had uitgelegd
ik zal uitgelegd hebben
» meer vervoegingen van uitleggen

Tom moet dingen uitleggen.
Tom moet dingen uitleggen.
Ik zal het aan hem uitleggen.
Ik zal het aan hem uitleggen.
uitbreiden, vergroten, uitbouwen {ww.}
uitbreiden
vergroten
uitbouwen {ww.}

ik heb uitgebouwd
ik had uitgebouwd
ik zal uitgebouwd hebben

ik heb uitgebreid
ik had uitgebreid
ik zal uitgebreid hebben
» meer vervoegingen van uitbreiden

uitvoerig, extensief, uitgebreid, veelomvattend {bn.}
uitvoerig
extensief
uitgebreid
veelomvattend {bn.}
uitbreiden, expanderen {ww.}
uitbreiden
expanderen {ww.}

ik heb geëxpandeerd
jij hebt geëxpandeerd
hij/zij/het heeft geëxpandeerd

ik heb uitgebreid
jij hebt uitgebreid
hij/zij/het heeft uitgebreid
» meer vervoegingen van uitbreiden

uitbreiden, uitbouwen, vermeerderen {ww.}
uitbreiden
uitbouwen
vermeerderen {ww.}

ik heb uitgebouwd
ik had uitgebouwd
ik zal uitgebouwd hebben

ik heb uitgebreid
ik had uitgebreid
ik zal uitgebreid hebben
» meer vervoegingen van uitbreiden



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Op deze plek wordt Japanse valuta uitgebreid gebruikt.

Op deze plek wordt Japanse valuta uitgebreid gebruikt.

Het net wordt niet uitgebreid tot de vlieger

Het net wordt niet uitgebreid tot de vlieger