Vertaling van vermijden
ontwijken
uit de weg gaan
mijden {ww.}
ik mijd
jij mijdt
hij/zij/het mijdt
ik vermijd
jij vermijdt
hij/zij/het vermijdt
» meer vervoegingen van vermijden
ontwijken
mijden {ww.}
ik mijd
jij mijdt
hij/zij/het mijdt
ik vermijd
jij vermijdt
hij/zij/het vermijdt
» meer vervoegingen van vermijden
vermijden
verhoeden
afwenden {ww.}
ik wend af
jij wendt af
hij/zij/het wendt af
ik voorkom
jij voorkomt
hij/zij/het voorkomt
» meer vervoegingen van voorkomen
Voorbeelden in zinsverband
Niemand kan de dood vermijden.
Niemand kan de dood vermijden.
Niemand kan de dood vermijden.
Niemand kan de dood vermijden.
Je zou echt eens moeten beginnen denken voor je jouw mond open doet, je zou op die manier veel misverstanden kunnen vermijden.
Je zou echt eens moeten beginnen denken voor je jouw mond open doet, je zou op die manier veel misverstanden kunnen vermijden.