Vertaling van vlokken
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
vlokken, pluizen {ww.}
vlokken
pluizen {ww.}
pluizen {ww.}
ik pluis
jij pluist
hij/zij/het pluist
ik pluis
jij pluist
hij/zij/het pluist
» meer vervoegingen van pluizen
vlok {zn.}
vlok {zn.}