Vertaling van wijd
wijd open {bw.}
wijd {bn.}
wijd {bn.}
groot
royaal
ruim
uitgebreid
uitgestrekt
wijd {bn.}
zegenen
inzegenen
wijden {ww.}
ik wijd in
jij wijdt in
hij/zij/het wijdt in
ik wijd in
jij wijdt in
hij/zij/het wijdt in
» meer vervoegingen van inwijden
zegenen
inwijden
wijden
consecreren
consacreren {ww.}
ik consacreer
jij consacreert
hij/zij/het consacreert
ik zegen in
jij zegent in
hij/zij/het zegent in
» meer vervoegingen van inzegenen
wijd {bn.}
ik wijd
jij wijdt
hij/zij/het wijdt
ik wijd
jij wijdt
hij/zij/het wijdt
» meer vervoegingen van wijden
zegenen
sacreren
sanctifiëren
sacraliseren
heiligen
consecreren
consacreren
wijden {ww.}
ik consacreer
jij consacreert
hij/zij/het consacreert
ik sanctificeer
jij sanctificeert
hij/zij/het sanctificeert
» meer vervoegingen van sanctificeren
ik wijd
jij wijdt
hij/zij/het wijdt
ik wijd
jij wijdt
hij/zij/het wijdt
» meer vervoegingen van wijden
Voorbeelden in zinsverband
Doe je mond wijd open.
Doe je mond wijd open.
Zo wijd de wereld strekt
Zo wijd de wereld strekt
Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn er in gekropen.
Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn er in gekropen.