Vertaling van aan wal komen

Inhoud:

Nederlands
Portugees
aan land gaan, aan wal komen, landen {ww.}
atracar-se
doorkomen, doormaken, doortrekken {ww.}
percorrer
atravessar
aankomen, raken, aanraken, beroeren, toucheren {ww.}
mexer
tocar
bulir
aankomen, arriveren {ww.}
chegar
Ik wil weten wanneer mijn bagage zal aankomen.
Quero saber quando minha bagagem vai chegar.
Door de storm zijn we niet op de voorziene tijd kunnen aankomen.
Devido à tempestade, não conseguimos chegar na hora estabelecida.
binnenkomen, inkomen {ww.}
entrar em
bijeenkomen, samenkomen, vergaderen {ww.}
reunir-se
doorkomen, klaarspelen, slagen, slagen voor {ww.}
ter bom êxito
lograr
ser bem sucedido
conseguir