Vertaling van aangeven
Inhoud:
Nederlands
Portugees
aangeven, betuigen, declareren, verklaren {ww.}
declinar
depor
declarar
depor
declarar
aangeven, aanreiken, doorbrengen, verdrijven {ww.}
fazer passar
aangeven, aanreiken, afdragen, overbrengen, overgeven, toereiken {ww.}
transmitir
alienar
alienar
aanbrengen, aangeven, klikken, verklikken {ww.}
denunciar
delatar
delatar
aanduiden, aangeven, aanwijzen, uitduiden, wijzen {ww.}
indicar
Kan men een datum aanduiden, waarop een taal begon te leven? Men is geneigd te antwoorden: "Wat een vraag!" . En toch bestaat er zulk een datum: 26 juli, Esperantodag…
É possível indicar a data em que nasceu um idioma? "Mas que pergunta!", você tende a dizer. E mesmo assim tal data existe: 26 de julho, o Dia do Esperanto. Nesse dia…
geven, aangeven, opbrengen, toebrengen, toekennen, verlenen {ww.}
dar
ministrar
entregar
ministrar
entregar
Kan jij mij wat geld geven?
Pode me dar dinheiro?