Vertaling van aanhoren
Inhoud:
Nederlands
Portugees
aanhoren, luisteren, beluisteren, toehoren, toeluisteren {ww.}
ouvir
escutar
dar atenção a
escutar
dar atenção a
Ik ben het beu om naar haar gezaag te luisteren.
Estou cansado de ouvir as reclamações dela.