Vertaling van aankomen
Inhoud:
Nederlands
Portugees
aankomen, raken, aanraken, beroeren, toucheren {ww.}
mexer
tocar
bulir
tocar
bulir
aankomen, arriveren {ww.}
chegar
Ik wil weten wanneer mijn bagage zal aankomen.
Quero saber quando minha bagagem vai chegar.
Door de storm zijn we niet op de voorziene tijd kunnen aankomen.
Devido à tempestade, não conseguimos chegar na hora estabelecida.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Ik wil weten wanneer mijn bagage zal aankomen.
Quero saber quando minha bagagem vai chegar.
Door de storm zijn we niet op de voorziene tijd kunnen aankomen.
Devido à tempestade, não conseguimos chegar na hora estabelecida.