Vertaling van aankondigen

Inhoud:

Nederlands
Portugees
aankondigen, in kennis stellen, meedelen, mededelen, verwittigen {ww.}
noticiar
notificar
informar
adverteren, annonceren, aankondigen, aandienen {ww.}
noticiar
notificar
anunciar
uitbazuinen, aankondigen, verkondigen {ww.}
apregoar
anunciar