Vertaling van aanpassen

Inhoud:

Nederlands
Portugees
aanpassen, accommoderen {ww.}
arranjar
adaptar
ajustar
acomodar
accommoderen, adapteren, aanpassen, conformeren, aanbrengen {ww.}
ajustar
adaptar
ajeitar
acomodar
accommoderen, schikken, aanpassen, richten, assimileren, plooien, voegen, zich aanpassen, zich schikken {ww.}
adaptar-se
beproeven, passen, aanpassen, proberen, toetsen, uitproberen {ww.}
experimentar
provar
ensaiar