Vertaling van aanvoerder

Inhoud:

Nederlands
Portugees
aanvoerder [m], baas [m], chef [m], hoofd [o], opperhoofd {zn.}
chefe
principal
Mijn baas was gedwongen ontslag te nemen.
Meu chefe foi forçado a demitir-se.
Je praat alsof je de baas bent.
Você fala como se fosse o chefe.
aanvoerder [m], baas [m], chef [m], meerdere, superieur {zn.}
superior
aanvoerder [m], baas [m], chef [m], gebieder [m] {zn.}
chefe
director


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

George is onze team aanvoerder.

George é o capitão do nosso time.

We hebben John als aanvoerder gekozen.

Elegemos John para ser o capitão.


Gerelateerd aan aanvoerder

baas - chef - hoofd - opperhoofd - meerdere - superieur - gebieder