Vertaling van af
prestes
pronto
Voorbeelden in zinsverband
Zet het af.
Desligue.
Op je plaats, klaar, af!
Uma, duas, meia e já!
Ze wees mijn verzoek af.
Ela recusou o meu pedido.
Af en toe studeer ik Esperanto.
De vez em quando eu estudo Esperanto.
Morgen moet het werk af zijn.
O trabalho deve estar concluído até amanhã.
Waarom wees je zijn aanbod af?
Por que você recusou a oferta dele?
Dat hangt af van de context.
Depende do contexto.
Het is gemakkelijk om in de hel af te dalen.
A descida para o inferno é fácil.
Ik vraag mij af wat er met Paul gebeurd is.
Eu me pergunto o que aconteceu ao Paulo.
Alle mensen op aarde stammen af van een gemeenschappelijke voorouder.
Todos os humanos na Terra descendem de um ancestral comum.
Tom pleegde zelfmoord door van een brug af te springen.
Tom suicidou-se pulando de uma ponte.
Ik vraag me af welke taal men spreekt in Brazilië.
Eu me pergunto que língua é falada no Brasil.
Ik vroeg me af of je vandaag zou komen opdagen.
Eu estava me perguntando se você ia aparecer hoje.
Ik vraag me af waarom vrouwen langer leven dan mannen.
Me pergunto por que as mulheres vivem mais que os homens.
Jammer dat ik niet hoef af te vallen.
É uma pena que eu não precise perder peso.