Vertaling van afgezonderd

Inhoud:

Nederlands
Portugees
afgezonderd, afzonderlijk, bijzonder, los, apart, separaat, los van elkaar {bn.}
avulso
especial
isolado
particular
peculiar
reservado
afzonderen, isoleren {ww.}
insular
isolar
ilhar
afzonderen, scheiden, afscheiden, schiften {ww.}
dividir
separar
apartar


Gerelateerd aan afgezonderd

afzonderlijk - bijzonder - los - apart - separaat - los van elkaar - afzonderen - isoleren - scheiden - afscheiden - schiften