Vertaling van afslaan

Inhoud:

Nederlands
Portugees
afslaan {ww.}
desviar-se
afslaan, afwijken {ww.}
desviar-se
extraviar-se
desencaminhar-se
afslaan, blijven staan, halt houden, stilhouden, stilstaan, stoppen {ww.}
parar
deter-se
demorar-se
Ge moet stoppen met roken.
Você deve parar de fumar.
Je zou beter stoppen met roken.
Você deveria parar de fumar.
afslaan, aftrekken, korten, korting geven {ww.}
descontar
abater
afslaan, pareren, terugslaan, terugstoten {ww.}
rebater
afslaan, afwijzen, verwerpen, weigeren, wraken, nee zeggen tegen {ww.}
rejeitar
recusar
afslaan, dalen, teruglopen {ww.}
abaixar-se