Vertaling van aftreden

Inhoud:

Nederlands
Portugees
aftreden, demissionair zijn {ww.}
exonerar-se
demitir-se
aftreden, met pensioen gaan {ww.}
jubilar-se
reformar-se
aposentar-se
aftreden, bedanken, uittreden, ontslag nemen {zn.}
demitir-se
abdiceren, abdiqueren, afstand doen, aftreden, afstand doen van {ww.}
demitir-se
abdicar