Vertaling van afwezigheid
Inhoud:
Nederlands
Portugees
afwezigheid , euvel , gebrek , tekortkoming , gemis, tekort, manco, mankement {zn.}
falha
falta
carência
falta
carência
absentie , afwezigheid , uitstedigheid , mangel, verstek, verzuim {zn.}
falta
ausência
ausência