Vertaling van baan

Inhoud:

Nederlands
Portugees
baan [v], kogelbaan {zn.}
trajetória
baan [v], gang [m], overloop, rijstrook {zn.}
galeria
passagem
corredor
baan [v], breedte [v] {zn.}
largura
baan [v], spoor {zn.}
pista
baan [v], route [v], weg [m] {zn.}
estrada
caminho
rumo
via
De weg is lang.
A estrada é longa.
Je staat in de weg.
Você está no meu caminho.
ambt [o], baan [v], betrekking [v], werkkring [m], plaats [v], post, wachtpost {zn.}
posto
ambt [o], baan [v], betrekking [v], werkkring [m], plaats [v], functie {zn.}
lugar
emprego
ofício
cargo
Ik zoek een baan.
Procuro um emprego.
Ik dacht net aan een nieuwe baan.
Eu estava só pensando em um novo emprego.
banen, effenen, gladmaken, gladstrijken, uitstrijken {ww.}
polir
alisar


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Ik zoek een baan.

Procuro um emprego.

Ik dacht net aan een nieuwe baan.

Eu estava só pensando em um novo emprego.

Jouw baan hangt aan een zijden draadje.

O seu trabalho está pendurado por um fio.

Hij had het geluk een baan te vinden.

Ele teve a sorte de encontrar trabalho.


Gerelateerd aan baan

kogelbaan - gang - overloop - rijstrook - breedte - spoor - route - weg - ambt - betrekking - werkkring - plaats - post - wachtpost - functie