Vertaling van balken

Inhoud:

Nederlands
Portugees
balken {ww.}
zurrar
balken, blaten, brullen, grommen, hinniken, loeien, schreeuwen {ww.}
gritar
uivar
ornear
mugir
grunhir
bramir
berrar
balar
Ik hoorde een vrouw schreeuwen.
Eu ouvi uma mulher gritar.
balk (mv. balken) [m], onderlegger, ribbe [v] {zn.}
biga
trave
barrote


Gerelateerd aan balken

blaten - brullen - grommen - hinniken - loeien - schreeuwen - balk - onderlegger - ribbe