Vertaling van bek

Inhoud:

Nederlands
Portugees
bek [m], neb [v], snavel [m], tuit [v], vogelbek [m], nebbe {zn.}
bico
bek [m], mond [m], monding [v], snater {zn.}
boca
Doe je mond open.
Abra a sua boca!
Spreek niet met volle mond.
Não fale com a boca cheia.
bek [m], muil {zn.}
goela
fauce
afgrond [m], bek [m], opening [v], muil {zn.}
boca
goela
abertura
De hond had een stuk vlees in zijn bek.
O cachorro tinha um pedaço de carne na boca.


Gerelateerd aan bek

neb - snavel - tuit - vogelbek - nebbe - mond - monding - snater - muil - afgrond - opening