Vertaling van bekleden

Inhoud:

Nederlands
Portugees
bekleden, overtrekken {ww.}
capear
chapear
encapar
enfronhar
cobrir
bekleden, beslaan, bezetten, bezig houden, in beslag nemen {ww.}
ocupar
preencher
encher


Gerelateerd aan bekleden

overtrekken - beslaan - bezetten - bezig houden - in beslag nemen