Vertaling van belemmeren

Inhoud:

Nederlands
Portugees
belemmeren, dwarsbomen, tegenwerken, weerstreven {ww.}
impedir
opor-se
contrariar
belemmeren, hinderen, storen, verstoren {ww.}
incomodar
molestar
importunar
afdammen, afsluiten, belemmeren, stuwen, versperren {ww.}
trancar
interceptar
tapar
barrar


Gerelateerd aan belemmeren

dwarsbomen - tegenwerken - weerstreven - hinderen - storen - verstoren - afdammen - afsluiten - stuwen - versperren