Vertaling van betrekken

Inhoud:

Nederlands
Portugees
betrekken, engageren, in dienst nemen {ww.}
engajar
betrekken, insluiten {ww.}
abranger
incluir
abarcar
betrekken, verstrikken, verwarren, verwikkelen {ww.}
envolver
implicar
enredar
betrekken, halen, laten komen, ontbieden {ww.}
ir buscar
mandar buscar
fazer vir