Vertaling van betuigen
Inhoud:
Nederlands
Portugees
betuigen, verzekeren {ww.}
assegurar
confirmar
afirmar
confirmar
afirmar
betuigen, opperen, uitdrukken, uiten, uitspreken, verwoorden {ww.}
expressar
exprimir
exprimir
Ik hou er niet van als wiskundigen die veel meer weten dan ik hun gedachten niet duidelijk kunnen uitdrukken.
Eu não gosto quando matemáticos que sabem muito mais do que eu não conseguem se expressar explicitamente.
aangeven, betuigen, declareren, verklaren {ww.}
declinar
depor
declarar
depor
declarar