Vertaling van bewaren
Inhoud:
Nederlands
Portugees
bewaken, bewaren, de wacht hebben, hoeden, waken over {ww.}
velar
vigiar
guardar
vigiar
guardar
behouden, bergen, bewaren, conserveren, onderhouden, overhouden {ww.}
guardar
conservar
conservar
bergen, bewaren, opbergen, wegleggen, wegzetten {zn.}
armazenar