Vertaling van bewegen

Inhoud:

Nederlands
Portugees
bewegen, zich bewegen, zich verroeren {ww.}
mover-se
mexer-se
bewegen, verroeren {ww.}
mover
mexer
belezen, bewegen, doen besluiten, overhalen {ww.}
fazer que alguém decida
aangrijpen, bewegen, ontroeren {ww.}
sensibilizar
comover
emocionar
abalar