Vertaling van bezoek

Inhoud:

Nederlands
Portugees
bezoek [o], visite {zn.}
visita
Ik ben er weer! O, hebben we bezoek?
Voltei. Oh, temos visita?
Ik was blij met haar onverwacht bezoek.
Fiquei feliz com a visita inesperada dela.
afgaan, bezoeken, opzoeken {ww.}
visitar
fazer visitas
ir ver
fazer visita
Ik wil Korea bezoeken.
Eu quero visitar a Coréia.
Ik moet mijn vriend in het ziekenhuis bezoeken.
Tenho que visitar meu amigo no hospital
bezoeken, over de vloer komen {ww.}
freqüentar


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Ik ben bij Dan op bezoek geweest.

Eu visitei Dan.

Ik was blij met haar onverwacht bezoek.

Fiquei feliz com a visita inesperada dela.

Ik bezoek mijn grootmoeder in het ziekenhuis.

Estou visitando minha avó no hospital.

Ik bezoek niet graag grote steden.

Não gosto de visitar cidades grandes.

Zwitserland is een prachtig land, dat een bezoek verdient.

A Suíça é um país muito bonito e que vale a pena visitar.

Waarom kom je niet bij ons op bezoek?

Por que você não vem nos visitar?

Ik ben er weer! O, hebben we bezoek?

Voltei. Oh, temos visita?


Gerelateerd aan bezoek

visite - afgaan - bezoeken - opzoeken - over de vloer komen