Vertaling van bij

Inhoud:

Nederlands
Portugees
bij [m] (de ~) {zn.}
abelha
aan, bij, dichtbij, naast, nabij {vz.}
ao pé de
junto a
junto de
perto de
próximo a
à, bij, elk, ieder, telkens {vz.}
a por
à razão de
aan, bij, ten huize van {vz.}
a
ao pé de
em
entre
junto a
aan, bij, naar, tegen, tot, voor, op {vz.}
a
para
gedurende, onder, bij, tijdens {vz.}
durante
enquanto


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Ze horen bij mij.

Elas estão comigo.

Welkom bij ons.

Bem-vindo ao nosso lar.

Welkom bij Tatoeba.

Bem-vindos a Tatoeba.

Ik draag bij.

Estou contribuindo.

Blijf hier bij ons.

Fique aqui conosco.

Hij werkt bij een bank.

Ele trabalha no banco.

Tom houdt een dagboek bij.

Tom mantém um diário

Ik ga bij mijn oma.

Vou à casa de minha avó.

Hij werkt bij een bank.

Ele trabalha num banco.

Hij werkt bij een bank.

Ele trabalha num banco.

Mary werkt bij een supermarkt.

Mary trabalha em um supermercado.

Hij werkt bij een bank.

Ele trabalha num banco.

Ik werk bij een bank.

Eu trabalho num banco.

Ik ben bij Dan op bezoek geweest.

Eu visitei Dan.

Laten we even bij hem aanwippen.

Vamos passar na casa dele.


Gerelateerd aan bij

aan - dichtbij - naast - nabij - à - elk - ieder - telkens - ten huize van - naar - tegen - tot - voor - op - gedurende