Vertaling van bijhouden
Inhoud:
Nederlands
Portugees
houden, bijhouden, vasthouden {ww.}
manter
guardar
conservar
ter
sustenar
segurar
guardar
conservar
ter
sustenar
segurar
Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.
Você pode acreditar que ele irá manter a sua palavra.
bewandelen, bijhouden, volgen, voortvloeien, opvolgen {ww.}
suceder
seguir
seguir