Vertaling van binden

Inhoud:

Nederlands
Portugees
binden, inbinden {ww.}
encadernar
aaneensluiten, binden, verdichten {ww.}
densificar
aansluiten, binden, vastbinden, vastmaken, verbinden {ww.}
atar
ligar
amarrar


Gerelateerd aan binden

inbinden - aaneensluiten - verdichten - aansluiten - vastbinden - vastmaken - verbinden